blog

praktijkverhalen

Afscheid nemen na een vechtscheiding

Onlangs zag ik de film 'Achtste groepers huilen niet'. Het gaat over kinderen uit groep acht. Als er een klasgenoot overlijdt, moet de hele klas huilen. Ze vinden dat dat eigenlijk niet kan, want daar zijn ze toch te stoer voor? Zo gaat het ook in uitvaartland: echte uitvaartleiders huilen niet. Ons vak is intensief, we zijn 24 uur per dag zeven dagen per week beschikbaar, maar wij praten niet over onze eigen emoties.

Ik focus mij op de begeleiding van nabestaanden, en die is vaak complex en gelaagd. Meestal kan ik voldoende afstand nemen. Als je zelf geëmotioneerd raakt kun je niet goed voor een ander zorgen. Maar je moet ook meevoelen, om de juiste begeleiding te kunnen geven. Dat is een dun lijntje bij mij.

Dubbelrol

Afgelopen winter begeleidde ik de uitvaart van één van mijn beste vrienden, Rick. Hij is 76 geworden. Ik kende hem al heel lang. Hij was de oudste MS-patiënt in Nederland. Ik ontmoette hem voor het eerst toen ik hem op straat zag vallen. Ik hielp hem overeind, stelde hem gerust, en daar is een vriendschap uit ontstaan.
Rick was een intelligente man die veel had gereisd, en uiteindelijk piloot is geworden. Een zakelijk maar zacht persoon, vol schitterende verhalen. Hij hield erg van koken en lekker eten, en ik ook. We gingen vaak samen naar theater. Ik was jonger dan hij, maar als we samen waren viel het leeftijdsverschil weg. Soms viel hij en kon hij niet meer overeind komen. Want zijn spieren sloten op slot. Zodra hij dan iets verslapte draaide ik hem met veel moeite om zodat hij op handen en voeten kon zitten. Daarna tilde ik hem op in die stand en manoeuvreerde hem in een stoel. Ik weet nog dat ik hem een keer niet meer kon tegenhouden in mijn uppie. Ik gaf hem een zwengel, hup de struik in. Ik dacht dan valt hij zachter. Maar hij hield me vast, dus ik viel mee de bosjes in. Ik keek hem aan en zei: Rick, als je met mij in de struiken wil liggen kun je het ook gewoon vragen! We hebben gegierd van het lachen. Maar soms was het mensonterend. Dan had hij door alle spanning in zijn broek geplast, en huilde: zo hoeft het voor mij niet meer. Als ik nog slechter word, wil ik euthanasie. Ik had altijd de angst om hem een keer dood te vinden. Toen zijn partner Mia belde, op een zomeravond, dacht ik dat hij weer gevallen was. Maar ditmaal was het anders. Rick was overleden. En ik moest zijn uitvaart regelen. Als vrienden overlijden kom ik in een dubbelrol te staan. Je zit in je professionele rol, maar tegelijkertijd ben je ook een rouwende die afscheid moet nemen. De logistieke dingen, zoals de kaart maken, iemand verzorgen, in de kist tillen, de condoleance verzorgen, vallen wel mee. Je bent actief bezig, en je bent nog samen met de overledene. Maar zodra je de dienst moet leiden en het afscheid wordt definitief, kan het heel moeilijk worden.

Ik liep voor de auto uit, en opeens stroomden de tranen over mijn wangen

Thuis bij Mia kwamen we te spreken over Rick’s leven. Ze vertelde dat hij weliswaar piloot was, maar eigenlijk scheepsbouwkundige had willen worden. Ter compensatie ging hij cruisen op enorme schepen. Ineens bedacht ik: wat als we de dienst in de jachthaven houden? Dat vond ze een goed idee. Rick lag opgebaard in een rouwcentrum. We spraken af dat ik hem nog één keer naar huis toe zou brengen. Vandaar zou de stoet naar de dienst vertrekken. Zo doe ik het vaker, maar nu was het een pittig moment. Ik kwam met Rick aan, en liep zoals altijd voor de auto uit als eerbetoon. Opeens stroomden de tranen over mijn wangen. Ik bedacht: ja Rick, we gaan voor de laatste keer naar huis. En voor mij is dit nu ook de laatste keer dat ik hier bij je kom. Even was ik afgedwaald, maar toen ik bijna in zicht was schrok ik, en wiste snel mijn tranen weg. Nu moest ik er weer zijn voor hen. Iedereen stond te huilen. Achteraf zei ik tegen Mia: ik vond het best heftig. Ja zei ze, jij was ook aan het huilen hè? Ze had het toch gezien.

Al die herinneringen, daar zet ik ook een punt achter

Mia wilde niet spreken, en zei: doe jij dat maar. Normaal maakt me dat niets uit, nu voelde het toch anders. Halverwege zijn levensverhaal kon ik mijn derde velletje niet meer vinden. Ik zei: ach, ik weet het ook wel uit mijn hoofd. Want jullie weten natuurlijk dat ik een vriendin was van Rick. Hij zit stilletjes te genieten hoor, dat het hier helemaal de soep inloopt met mij. Ik ben ook gewoon zenuwachtig. Mia, corrigeer me gerust als ik iets vergeet. Het was ontspannen, er werd af en toe gelachen. Op iedere foto die we lieten zien stond hij met een glas champagne of met oesters. Een echte Bourgondiër.
Zeker op het einde voelde ik: ik neem nu zelf ook afscheid. Want ik ken hem al langer dan mijn eigen partner. Tot slot las ik een gedicht voor. ‘Wij staan aan de haven, en wij zwaaien je uit.’ Ik kon me nog net goed houden, maar bij het laatste stukje voorlezen begon mijn lip te trillen. Toen we naar buiten liepen stond er ineens een regenboog boven de masten. Hoe zwaar het soms ook is, volgens mij kun je een uitvaart van een vriend het beste zelf begeleiden. Ik vond het mooi om met dat eerbetoon een knipoog naar zijn jongensdroom te maken. Misschien is dat wel de mooiste manier om je verdriet te verwerken.