blog

praktijkverhalen

Afscheid nemen na een vechtscheiding

"Belachelijk! Waar ben jij mee bezig! Donder op!" Woedend kijkt ze me aan. Haar ex-man is overleden. Het afgelopen uur heeft ze non-stop lopen tieren, tegen mij en haar dochters. Over niets kunnen ze het eens worden: de tekst op de rouwkaart, de kist, de gastenlijst. Haar huwelijk is zes jaar geleden geëindigd in een vechtscheiding, maar haar woede is springlevend. Of is het verdriet?

De ruzie om de alimentatie en de kinderen bond haar nog dagelijks aan haar ex. Na zijn uitvaart wordt het afscheid definitief. Ik heb honderd enveloppen meegenomen voor de rouwkaarten, maar het blijken er vijf te weinig. Haar gezicht is rood aangelopen. Ik ben niet snel onder de indruk, maar dit is extreem. "Een scheiding is ook een rouwproces", houd ik mezelf inwendig voor. Ik vraag de vrouw om de laatste vijf adressen en beloof dat ik de kaarten zelf verstuur. Terug in de auto moet ik op adem komen. Wordt dit de eerste uitvaart die ik ga overdragen?

Bij het bespreken van de uitvaart zie ik soms hoe oude wonden weer opengaan

Volgens CBS-cijfers uit november 2019 eindigt 38,8% van de huwelijken in echtscheiding. Nederland kent ongeveer 184.00 stiefgezinnen. In sommige gevallen legt de rechter bij een scheiding verplicht een mediation-traject op. Ik heb ook een licentie voor mediation bij scheiding. Scheiden is namelijk ook een rouwproces, dat je goed moet afronden. Anders blijf je zitten met een stapel verdriet en woede. In mijn praktijk kom ik vaak gescheiden paren tegen van wie het kind is overleden. Bij het bespreken van de uitvaart zie ik soms hoe oude wonden weer opengaan. Mensen worstelen met onmacht en onuitgesproken woorden. Omdat ze elkaars fouten niet vergeven, of het elkaar niet gunnen om weer een eigen leven te leiden, bijvoorbeeld met een nieuwe partner. De kleinste keuzes rond de uitvaart kunnen dan uitlopen op ruzie. En de weg naar de heling wordt nog groter.

Er werden er klappen uitgedeeld, iemand gaf een kopstoot

Ik herinner me een uitvaart van een kind met een vader die verslaafd was aan alcohol. Hij had gedronken voor de uitvaart, en alle emoties kwamen omhoog. Midden in de dienst stond hij op en begon te schelden. Gelukkig tijdens een muziekstuk. Ik ging naast hem zitten en zei: "bedaar je, dit verstoort alles." Mijn collega heeft hem op de gang opgevangen. Een kwartier later kwam hij terug en was hij rustig. Maar bij een andere uitvaart konden we het niet meer zelf oplossen. We zouden vader naar de crematieruimte brengen. Er konden tien mensen rond de baar lopen. Voor een aantal mensen was geen plek meer. Ik stelde voor om tijdens het lopen halverwege te wisselen. Dat vond iedereen goed. Maar halverwege begonnen mensen toch te duwen en te trekken. Er werden er klappen uitgedeeld, iemand gaf een kopstoot. Ongelooflijk.
Ik gaf mijn collega een knikje, en zij begreep: nu moet ik 112 bellen. Ik zei: "mensen, er komt nu politie aan. Laten we zorgen dat we dit samen goed afronden." Toen ze zagen dat de politie er aankwam, keerde de rust al snel terug.
Na die ervaringen kies ik bij grote conflicten het liefst voor twee gescheiden diensten. En als het me lukt om de partijen vooraf te bedaren, ontwerp ik soms een creatieve uitvaart. Ik heb wel eens geschilderd tijdens een dienst, waarbij ik ieder kamp een eigen doek liet maken, voor op de kist. Als laatste symbolisch gebaar van iedereen die de overledene had liefgehad.

Bij elk voorstel was er wel een oom of tante die riep: "dat moet je niet pikken hoor!"

Soms is het de omgeving van het gescheiden paar dat voor onrust zorgt. Twee jaar geleden kwam ik terecht in een overvolle huiskamer. De televisie stond aan, kinderen liepen huilend rond, en er kwam voortdurend familie binnen die zich er tegenaan ging bemoeien. Bij elk voorstel was er wel een oom of tante die riep: "dat moet je niet pikken hoor!" De boomstammen werden al klaargelegd om het fikkie te kunnen stoken. Op zo’n moment haal ik mensen vaak uit de situatie weg. Want als je mensen één op één spreekt, kun je ze wijzen op hun verantwoordelijkheid, voor de overledene.

Ik zei: "kom mee met mij in de auto, dan gaan we in het dorp een bak koffie drinken." sWe kozen een tafeltje. Ik vroeg hoe lang ze waren gescheiden, en of ze het eens waren geworden met elkaar. Even zag ik ze schrikken. Ik zei: "realiseer je dat jullie straks afscheid moeten nemen. Hoe fijn zou het zijn als jullie elkaar in dit proces zouden kunnen steunen?" Ik vroeg aan allebei hoe ze het graag zouden willen. Voor ze hun koffie ophadden, hadden we de hele uitvaart al besproken. Toen we opstonden was de rust teruggekeerd, en wist ik wat me te doen stond. Doordat ze hun zorgen en grieven hadden uitgesproken kwam bij hen de emotie los. Ze pakten elkaar vast en begonnen te huilen.
Ik wist: dit betekent niet dat het voor altijd goed is. Maar de situatie was in ieder geval weer werkbaar. Bij terugkomst zei ik tegen de familie: "we hebben een flinke stap gezet. Dit gaat er gebeuren, en deze dingen heb ik nog nodig. Kunnen jullie daarvoor zorgen?" Ik dacht: als ik ze nu een taak geef, kunnen ze het proces niet meer sturen. Want de uitvaart ligt vast.

Op een uitvaart vier je de liefde, zeg ik weleens. Zelfs voor een gescheiden stel kan een afscheid hartverwarmend zijn. Vorig jaar begeleidde ik een uitvaart van een 15-jarige jongen die was aangereden. De biologische moeder had een nieuwe relatie, en de biologische vader nog niet. Ze hadden hun zoon als co-ouders verder opgevoed. Ze waren gescheiden omdat ze allebei een ander leven wilden. Destijds hadden ze hun vrienden bij elkaar geroepen, en verteld: "wij gaan uit elkaar. Maar we willen niet scheiden van jullie. Willen jullie ons blijven steunen?"

Het rouwen bracht hen dichter bij elkaar

Het plotselinge overlijden was een enorme schok. Het waren hele verschillende mensen, en ze waren het niet altijd eens. Maar ze kwamen er telkens uit. Vader wilde graag dat zijn zoon bij hem thuis zou worden opgebaard. In eerste instantie had moeder daar moeite mee. Zij wilde het liever op neutraal terrein, in een rouwcentrum. Hij stelde voor: "willen jullie anders bij mij komen logeren? Dan maak ik de logeerkamer klaar." Het was een ideale situatie, met rust en respect. Gewoon een vader en moeder die afscheid namen van het kind waar ze zo lang voor hadden gezorgd, toen ze het samen nog goed hadden. Hij wilde graag cremeren, want hij hield niet van begraafplaatsen. Zij wilde juist begraven, want ze was gelovig. Ze wilde graag een graf, zodat ze haar zoon altijd zou kunnen opzoeken. Ik benoemde de voordelen en de nadelen, en zei: denk er even over na, morgen ben ik er weer, en dan kiezen we. De volgende ochtend zei hij: "als jou dat steun en kracht geeft, vind ik begraven prima. Ik hoef er niet naar toe."
Het mooie was dat de nieuwe man alles faciliteerde. Terwijl de ouders overlegden, kwam hij met koffie of broodjes. Zodra ik merkte dat zij zijn steun nodig had, betrok ik hem erbij. Hij heeft geholpen met het tillen van de kist en het dragen van de bloemen. Het was een warm samenzijn. Het rouwen bracht hen alledrie dichter bij elkaar.